dinsdag 19 november 2013

La Grande Bellezza


Magie ontmoet realisme. Het Rome van weleer. Het Rome van nu. Het dode Rome? In het meesterwerk La Grande Bellezza vervloeit afgrijzen in verlokking, vergrijpen dromen zich naar het niets. Regisseur Paolo Sorrentino en acteur Toni Servillo tonen zich een gouden duo. 

Rome vanuit vogelvlucht. Een vrouwenkoor produceert hemelse klanken. Een groep toeristen in de Eeuwige stad. Eén van hen valt neer. Dood. De schoonheid werd hem te veel. De openingsscène doelt meteen op de vraag van La Grande Bellezza. Is Rome dood? Is het spel dat we al die jaren opvoerden te veel geworden?


Sorrentino’s epos draait om Jep Gambardella (Toni Servillo), een schrijver en journalist die 65 wordt. Hoewel hij de koning van de mondaine wereld is (zijn eigen woorden) zit hij op een punt in zijn leven dat hij het niet meer weet. Ooit schreef hij een roman, maar van een tweede is het nooit gekomen. Ooit dacht hij metgezellen te hebben, maar heeft hij die nog wel? Hoewel Jep Rome beleeft zoals de gegoede Romein dat doet – drinken en dansen tot in de late uren, samenkomen met de crème de la crème – knaagt er wat. Is dit wat hij wil? Is dit wat het leven is? Verleiding vervalt in afschrikking. 


Een echt verhaal heeft La Grande Bellezza niet. Het is eerder een reeks aan ontmoetingen, aan gebeurtenissen. Telkens wordt Jep geconfronteerd met hetzelfde: het spel dat wordt gespeeld, is zijn spel niet meer. Vrouwen, theater, zijn vrienden. De absurdistische schijnheiligheid verliest zijn kracht. Jep gelooft niet meer. Kleine meisjes verdienen miljoenen met verven, tijdens een openbare botox-bijeenkomst gaat niet alleen de verlopen televisiester overstag. Ook de zogenaamde intellectuelen en zelfs een non vallen voor het maakbare. De kaart is doorgestoken, bruut doorgestoken. 



Het verband met Fellini’s La Dolce Vita is snel gelegd. Sommigen noemen het een ode, anderen een vervolg. Niet alleen de setting en de manier waarop Sorrentino en Servillo net als Fellini en Mastroianni als duo fungeren (vier films maakten ze samen) hebben overeenkomsten, ook de thematiek van beide films loopt in elkaar over. Sorrentino filmt dezelfde Romeinse elite vijftig jaar na Fellini. Italië is er nog erger aan toe dan toen paparazzifotograaf Marcello zich door Rome begaf. Het is nog meer dansen, drugs, drinken, ‘jonge’ ouderen. 

La Grande Bellezza is een meesterwerk. Rome is zo dromerig en toch zo reëel. Magisch brengt Sorrentino vervallenheid in beeld. Muziek speelt hierin een enorme rol. Op de juiste momenten nemen hemelse klanken ons mee in vervoering. Of het nu het vrouwenkoor of de bonkende dansmuziek is. Het past. Het werkt. Het is een ervaring die dagen erna nog door je hoofd blijft kabbelen. 


1 opmerking:

mama zei

Prachtige film, dat vond ik ook.