dinsdag 17 september 2013

De wereld van Bruno Dumont

In het kader van Camille Claudel 1915, de nieuwste film van voormalig filosofieleraar en filmmaker Bruno Dumont, vertonen verschillende filmtheaters in Nederland een retrospectief van zijn eerdere werk. Zes films in totaal, waarvan het Utrechtse 't Hoogt er twee heeft geselecteerd. Afgelopen zondag werd het spits afgebeten met La Vie de Jésus, Dumonts eerste film.


Peugeot motortjes verstoren de rust in een verstild landschap. Een groep zoeft langs. Zich niks van niemand aantrekkend. Gaan ze ergens naar toe? Nee, ze proberen al rijdend hun tijd door te komen. Ze vervelen zich. Dumonts debuut, La Vie de Jésus (1997) en toont de Noord-Franse misère. De film speelt zich af in Bailleul, waar Dumont vandaan komt. Hier woont Freddy, een niet al te intelligente jongen die zijn dagen doorbrengt met zijn vink en met zijn vrienden. Stuk voor stuk jongens zonder werk, getergd door verveling. Wat Freddy anders maakt dan de rest? Hij lijdt aan epilepsie en heeft een vriendin.

Dumont kiest in zijn films voor de stille misère. Verlaten dorpen, werkeloosheid, uiteengevallen gezinnen, het belastende verleden. Parallellen met de Waalse gebroeders Dardenne zijn snel getrokken. Voor Dumont hoeven karakters of landschappen niet mooi te zijn. Liever toont hij troosteloosheid en dringt hij diep bij zijn karakters naar binnen. Opvallend is dat hij niet oordeelt. Freddy is goed noch slecht.


Met Camille Claudel 1915 werkt Dumont voor het eerst met een bekende actrice, Juliette Binoche. Voor zijn eerdere films koos hij stug voor amateurs. Samen met de acteurs boetseerde hij de personnages. Voor Freddy werkte hij samen met David Douche, die zijn lompe personnage ijzersterk weet neer te zetten. Hij is Freddy. Ook zijn maten worden overtuigend neergezet door jongens die we daarna nooit meer op het doek hebben gezien. Dumonts films overtuigen doordat de acteurs zo dicht bij hun personnage staan. 

Kijken en weinig praten, dat is de tactiek van Dumont. In zijn films gaat het om stiltes die het verhaal vertellen. Landschappen, handen, gezichten: zij zeggen meer dan woorden. Af en toe laat Dumont een grapje toe. Zo speelt heel Bailleul in een fanfare. Ze verzamelen ‘Au Coin Perdu’ (op het verloren punt) en gaan dan trommelend door de dorpse straten. De trots van Bailleul. De trots van het verloren punt.

1 opmerking:

mama zei

Mooie recensie!